In een open samenleving als de Verenigde Staten kun je je afvragen waarom geheimhouding nodig is. De vrijmetselarij beschrijven is een ontmoedigende taak. Zeggen dat het de grootste broederlijke organisatie ter wereld is met meer dan drie miljoen leden in de Verenigde Staten, zevenhonderdduizend in Groot-Brittannië en nog eens een miljoen wereldwijd, en dat er vijftigduizend boeken en pamfletten over zijn geschreven, is nog maar het begin.
Sinds haar officiële oprichting in 1717 heeft de vrijmetselarij meer haat en vijandschap opgewekt dan enige andere seculiere organisatie ter wereld. Ze is meedogenloos aangevallen door de katholieke kerk en het lidmaatschap is verboden voor mannen van de mormoonse kerk, het Leger des Heils en de Methodistenkerk. In een aantal landen is de vrijmetselarij verboden.
Anti-vrijmetselaars beschuldigingen stuiten altijd op moeilijkheden omdat de vrijmetselarij weigert te reageren op aanvallen. Wat wel verrassend is, is het zeer grote aantal wereldleiders, vroeger en nu, die lid waren en zijn van de vrijmetselarij: Koning George VI van Engeland, Frederik de Grote van Pruisen en Koning Haakon VII van Noorwegen. De geschiedenis van de Verenigde Staten staat bol van leiders die vrijmetselaar waren, zoals George Washington, Andrew Jackson, James Polk, Theodore Roosevelt, Franklin D. Roosevelt, Harry Truman, Gerald Ford en Ronald Reagan.
De Tweede Wereldoorlog werd geleid door Britse vrijmetselaarsleiders zoals Winston Churchill en de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt, en door leiders van het Amerikaanse leger zoals de generaals Omar Bradley, Mark Clark en George Marshall. Het is bijna onmogelijk om te weten waar te beginnen of te eindigen met het verslag van de invloed van de Vrijmetselarij op alle aspecten van het leven in de afgelopen 290 jaar. Dit boek is een poging om samen te brengen wat het relatief eenvoudig zal maken om uit te leggen “wat vrijmetselarij is”.